Crowd science: theorie voor de praktijk

Crowd science: theorie voor de praktijk

Tom Bindels, Event Safety Institute

Crowd management, het sturen van grote mensenmassa’s bij evenementen, is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. Enerzijds omdat bezoekersaantallen bij evenementen toenemen, anderzijds door diverse drama’s waarbij mensen het leven lieten door verdrukking. Crowd management is een onmisbaar element voor het veilig laten verlopen van een evenement en dit besef groeit onder evenementenorganisatoren, hulpdiensten en gemeenten. De ervaringen met – en inzichten in – het vakgebied nemen toe. ‘Crowd science’ en ‘crowd dynamics’, hoewel nog relatief jong, zijn de laatste jaren gegroeid als wetenschappelijke disciplines. Denk hierbij aan het werk van de professoren John Fruin, Dirk Helbing en Keith Still. Inzichten uit zowel de psychologie, sociologie als wiskunde en natuurkunde worden samengebracht om te komen tot modellen om het gedrag van mensenmassa’s in beeld te brengen, te verklaren en te voorspellen. Het DIM-ICE model van Keith Still, Professor of Crowd Science aan de Manchester Metropolitan University, vertaalt deze inzichten tot een praktische tool voor crowd management in de praktijk.  In deze blog bespreek ik twee inzichten uit de theorie van de crowd science die de praktijk van het crowd management kunnen verbeteren.


Modellen
In de crowd science staat het modelleren van mensenmassa’s centraal. Dit kan door digitale simulaties, maar ook door middel van plattegronden, pen en papier. In de crowd science worden deze modellen gebruikt om de mensenmassa’s te bestuderen en hypotheses te formuleren en te testen. De inzichten van het werken met modellen kunnen in de praktijk worden gebruikt om de risico’s voor een evenement in beeld te krijgen en te analyseren. In de woorden van professor Still: “The philosophy of a crowd model should be that it is simple to use, simple to understand, simple to communicate the problems to the user and simple to apply to the event planning and approval process.” Simpel gezegd: het model moet simpel toepasbaar zijn.

In de praktijk zien we dat het maken van een model van het evenemententerrein en het voorspellen van het gebruik door het publiek nog niet zo makkelijk is. Het vraagt specifieke kennis van crowd management, kennis die nog niet wijdverspreid is in Nederland en België. Door middel van een ‘crowd risico analyse’ kunnen de risico’s in kaart worden gebracht en maatregelen worden bepaald. Dit gebeurt door het maken van modellen van de instroom, circulatie en uitstroom. Het DIM-ICE model is hier een praktisch instrument voor. Door deze methodiek te gebruiken worden alle fasen van het evenement doorlopen (instroom, circulatie en uitstroom) en komen de belangrijkste aspecten aan bod (het ontwerp van het terrein, de informatievoorziening zoals signage en het daadwerkelijke management). Het model is niet heilig; het is een hulpmiddel. Waar het om gaat is dat, op basis van modellen, al deze elementen aan bod komen bij het maken van een risicoanalyse van het evenement. Dit blijkt in de praktijk nog lang niet altijd het geval. In veiligheidsplannen wordt steeds vaker een hoofdstuk toegevoegd met betrekking tot crowd management. Inhoudelijk beperkt dit zich helaas soms nog tot een opsomming van het aantal beveiligers, mogelijk nog met een aanduiding van de plekken waar en hoe zij worden ingezet ‘ter crowd management’. In sommige plannen worden het gebruik van communicatiemiddelen zoals lichtkranten benoemd, en wordt beschreven hoe met de menigte wordt gecommuniceerd bij het scenario ‘paniek in menigte’. Van het daadwerkelijk modelleren en analyseren van publiekstromen en de daaruit volgende risico’s, laat staan het ontwerpen van de gewenste stromen, is nog niet altijd sprake. Het gevolg hiervan kan zijn dat kassa’s dwars worden geplaatst op ingangen, podia ongelukkig worden gesitueerd en foodstands worden geplaatst in belangrijke doorgangen.

Wiens verantwoordelijkheid is het om een dergelijke crowd risico analyse te maken en de publieksstromen te modelleren? De evenementenorganisator als verantwoordelijke voor het evenement, de politie als verantwoordelijke voor ordehandhaving in de openbare ruimte of de gemeente als verantwoordelijke voor openbare orde en veiligheid? In feite is het een verantwoordelijkheid van alle drie de partijen, ieder vanuit zijn eigen rol. En ook de brandweer en de medische tak (GHOR) kunnen hier hun expertise aan toevoegen. Wat kan helpen is om te werken met blauwdrukken van veel gebruikte evenemententerreinen, met hieraan gekoppeld bijbehorende crowd management-plannen. Dit biedt als voordeel dat een model ontwerp kan worden gebruikt als vertrekpunt, waarbij de dynamiek van het publiek niet bij elk evenement opnieuw in kaart gebracht hoeft te worden. Natuurlijk vraagt ieder evenement vervolgens nog maatwerk en een eigen risicoanalyse, maar een groot deel van het model staat dan al.

 

Maximale bezoekersaantallen
Een tweede inzicht waar de wetenschap de praktijk van het crowd management versterkt is in het bepalen van maximale veilige bezoekersaantallen. In Nederland ontbreken hier concrete op evenementen gerichte normen of richtlijnen voor. Dit maakt het voor evenementenorganisatoren, veiligheidsregio’s en gemeenten moeilijk om maximale bezoekersaantallen per evenemententerrein te onderbouwen of te beoordelen. Uit de crowd science weten we tot hoeveel personen per vierkante meter de menigte nog enige druk kan verwerken. Boven dit maximum wordt de massa vloeibaar en hebben individuele personen geen controle meer over hun eigen gaan en staan. Hieruit volgt de bovengrens als maximumaantal voor een statische mensenmassa. Dansend of lopend publiek vraagt echter een andere dichtheid, evenals wachtrijen en horecagebieden. Ook hier moet rekening mee worden gehouden in de berekening van de capaciteit. De verantwoorde aantallen zijn door de wetenschap door middel van experimenten vastgesteld. Het is niet mogelijk, en zelfs dringend af te raden, om simpelweg het aantal vierkante meters van het evenemententerrein te vermenigvuldigen met een bepaald getal om het maximale aantal bezoekers te bepalen! We kunnen dus ook niet zomaar het getal van 4 personen per vierkante meter uit de NEN-norm voor tenten (8020-41) gebruiken als maximum norm voor bezoekersaantallen in een tent.

In de praktijk is er behoefte aan een duidelijke methodiek om het maximum aantal bezoekers simpel te berekenen. Hierbij is niet één norm nodig, maar meerdere normen om het maximum aantal bezoekers te kunnen berekenen. Een norm voor toeschouwersgebieden, een norm voor wachtrijen, een norm voor looproutes en een norm voor horecagebieden. Een gedegen capaciteitsanalyse blijft dan ook noodzakelijk, en ook hier kan het weer helpen om met een blauwdruk van een evenemententerrein te werken.

Het moge duidelijk zijn dat er nog de nodige bruggen geslagen kunnen worden tussen theorie en praktijk. Gedegen opleidingen op het gebied van crowd management helpen hierbij. Neem eens een kijkje bij ons opleidingsaanbod. Op 22, 23 en 24 november heeft u de kans om in Utrecht de opleiding Crowd Safety en Risk Analysis te volgen onder leiding van Professor Still zelf. Daarnaast staan de adviseurs van ESI u graag tot dienst bij het maken van een capaciteitsanalyse, crowd risico analyse of crowd management-plan.

Heeft u vragen n.a.v. deze blog? Neem contact met ons op door een e-mail te sturen naar info@esi.email

Meer nieuws ›