Een blog van Syan Schaap, Event Safety Institute
“Er is voor gekozen om de vrede te bewaren, in plaats van de veiligheid te handhaven.” Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Jeroen Dijsselbloem windt er geen doekjes om in een interview met Omroep West na het verschijnen van het rapport ‘Vliegvuur op Scheveningen’ op 3 oktober 2019. Het uit de hand gelopen vreugdevuur was primair een Haagse aangelegenheid, maar welke lessen vallen eruit te trekken voor de veiligheid van andere evenementen in ons land?
Brand
De vreugdevuren op het strand bij Scheveningen en Duindorp brachten overduidelijk brandveiligheidsrisico’s met zich mee. Waar de ongecontroleerde branden in de stad uit het verleden moeilijk te beheersen waren, is de brandveiligheid van een centraal georganiseerd vreugdevuur beter te waarborgen, zo was de gedachte toen de gemeente Den Haag het vreugdevuur is gaan helpen organiseren op het strand. De brand bracht verschillende risico’s met zich mee, waaronder hittestraling, instorting van de stapel en vliegvuur. De Onderzoeksraad stelt vast dat met name het risico van vliegvuur vooraf is onderschat. Zo was bekend dat de stapel hoger was en meer volume bevatte dan was toegestaan en zelfs brandversnellers (vaten diesel) bevatte. Na de jaarwisseling van 2017-2018 waren er al veel klachten binnengekomen van bewoners die schade hadden door vliegvuur. De gemeente besloot hierop geen nader onderzoek in te stellen. De brandweer had volgens de Onderzoeksraad gevraagd en ongevraagd moeten blijven adviseren over de brandveiligheid, juist ook toen dit jaar de stapel pallets veel hoger werd dan op grond van de afspraken was toegestaan.
Lessen voor gemeenten
- Blijf de ontwikkeling van risico’s op evenementen evalueren, analyseren en monitoren
- Zorg voor een samenwerking met de hulpdiensten waarin zij u gevraagd maar ook ongevraagd kunnen adviseren over de veiligheidsrisico’s
Afspraken
De gemeente Den Haag maakte afspraken met de bouwers in een convenant dat na 2016-2017 niet meer opnieuw formeel werd vastgesteld. Aanvullende afspraken werden in diverse documenten, waaronder e-mails en Whatsapp-berichten, gemaakt. Zodoende werd het volgens de Onderzoeksraad erg lastig om nog goed voor ogen te hebben wat de afspraken nu precies waren. Het nieuwe bestuur van de organiserende stichting in Scheveningen verklaarde nadien niet op de hoogte te zijn geweest van de afspraken. De Onderzoeksraad concludeert dat deze stichting slechts op papier de bouwers vertegenwoordigde, maar geen zeggenschap over hun handelen had tijdens de bouw van de vuurstapel. De Onderzoeksraad meent dat een convenant voor een gemeente geen goede manier is om afdwingbare afspraken te maken met de organisator van een evenement. Het instrument evenementenvergunning is hiervoor het geëigende middel. Het telkenmale niet nakomen van afspraken droeg bij aan verschuiving van de norm en bracht de gemeente in een positie dat ze moest meebewegen “om de vrede te bewaren”.
Lessen voor gemeenten
- Zorg ervoor dat u duidelijke normen en grenzen stelt om de openbare orde en veiligheid te waarborgen, laat u niet verleiden die grenzen te verleggen
- Gebruik de systematiek van vergunningverlening om bestuursrechtelijk te kunnen optreden en daadwerkelijk te kunnen handhaven bij niet nakomen van voorschriften
- Actualiseer de voorschriften jaarlijks op basis van evaluatie, veranderingen in de opzet van een evenement en gewijzigde (externe) omstandigheden
Mechanismen
De gebeurtenissen in Scheveningen mogen dan uniek zijn voor Nederland, verschillende achterliggende mechanismen die hebben bijgedragen aan het uit de hand lopen van de situatie zijn dat allerminst. Voor de brandweer bijvoorbeeld ligt er een grote uitdaging waar het gaat om de transitie van regelgericht naar risicogericht adviseren. Het houdt namelijk ook in dat je soms een advies geven over risico’s waar geen concrete wettelijke grondslag voor geldt.
Een ander punt is dat gemeenten het nogal eens moeilijk vinden om consequent op te treden tegen niet naleven van de voorschriften, ook als er wel een vergunning aan ten grondslag ligt. Nogal eens wordt “in het belang van de openbare orde” besloten niet te handhaven, maar een (risicovolle) overtreding slechts te noteren voor de evaluatie.
Een derde punt is dat het waarborgen van de veiligheid ook nog tijdens het evenement kan vragen om ingrijpen, als dan blijkt dat risico’s groter zijn dan vooraf was ingeschat. Net als in de casus Haaksbergen, had ook in Scheveningen de overheid tijdens de uitvoering nog risico’s moeten signaleren en hiertegen moeten optreden, zo blijkt uit het rapport van de Onderzoeksraad.
In de vierde plaats roept de casus Scheveningen ook de vraag op welke risico’s ontstaan als gemeenten voorschriften stellen in een meerjarenvergunning. Want ook dan wordt eenmaal een pakket aan voorschriften gesteld, dat voor meerdere jaren geldt. Het gevaar is dat de gemeente daardoor niet jaarlijks meer scherp kan afwegen hoe risico’s zich ontwikkelen. Het zwaartepunt verschuift daarmee naar het toezicht tijdens het evenement en daar is niet altijd voldoende capaciteit voor.
De gemeente, met de burgemeester als boegbeeld, moet de veiligheid van haar burgers en de bezoekers van haar evenementen kunnen waarborgen. Ze moet daarvoor alles doen wat redelijkerwijs in haar macht ligt. Daar mag geen ander belang bij prevaleren, aldus de Onderzoeksraad.
Verder lezen?