Vliegen met helikopters op evenementen: wat moet je regelen?

Vliegen met helikopters op evenementen: wat moet je regelen?

Helikoptergebruik op evenementen kennen we misschien als vervoersmiddel van artiesten of als middel om sportwedstrijden vanuit de lucht uit te zenden. Denk hierbij aan het evenement Flying Dutch, waarbij dj’s zich tussen Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven verplaatsten in de lucht, de bevrijdingsfestivals waarbij de ambassadeurs van de vrijheid de verschillende festivallocaties per helikopter bezoeken en de uitzendingen van sportwedstrijden zoals La Vuelta Holanda, de Marathon van Rotterdam en de Amsterdams Marathon. ESI sprak met de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant en Gemeente Best over hoe je dit helikoptergebruik in goede banen leidt.

Ontheffing

In principe is het verboden om te starten en te landen met een helikopter op een plaats niet zijnde een luchthaven, voor luchtvaartactiviteiten aangewezen in artikel 1 Besluit burgerluchthavens. Bij het inzetten van een helikopter voor een evenement kunnen Gedeputeerd Staten (de provincie) ontheffing verlenen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) van een terrein. De ontheffingen gaan niet over het luchtverkeer van politie, defensie en traumahelikopters. Ook niet als deze vanwege het evenement moeten aanvliegen.

Ontheffingen worden over het algemeen aangevraagd door helikoptermaatschappijen. Belangrijk om te weten is dat het opvragen van een ontheffing per provincie verschillend kan verlopen of een andere benaming heeft. Om een beeld te schetsen geven wij het voorbeeld van provincie Noord-Brabant, daar zijn drie soorten ontheffingen:

  • Generieke TUG-ontheffing: jaarontheffing voor maximaal 2 vluchten per dag per locatie met een maximum van 12 dagen per jaar, waarbij de datum en plaats van landen en opstijgen nog onbekend zijn.
  • Locatiegebonden TUG-ontheffing: jaarontheffing voor maximaal 24 vluchten voor maximaal 12 dagen per jaar waarbij de datum onbekend is, maar de locatie van landen en opstijgen bekend is.
  • Specifieke TUG-ontheffing: ontheffing voor maximaal 50 vluchten voor één dag, waarbij de datum en locatie van landen en opstijgen bekend is.

De ontheffingen gaan alleen over de locatie van het landen en stijgen, want over wat zich in de lucht bevindt zijn de provincie en de gemeente geen bevoegd gezag. In het luchtruim heeft degene die de vlucht uitvoert toestemming nodig van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Zij geven een voorlopige vluchtverklaring af welke afhankelijk is van omstandigheden tijdens de vlucht zelf (LVNL. z.d.)

Melding

Wanneer een evenementorganisatie één of twee helikopterlandingen wil laten plaatsvinden dient de organisatie contact op te nemen met een helikoptermaatschappij. Die zal namens de organisator een melding maken bij de provincie, de gemeente, LVNL, de Inspectie, Leefomgeving en Transport (ILenT) en de luchtvaartpolitie (LVP). Bijna elke Nederlandse helikoptermaatschappij heeft een generieke ontheffing en hoeft geen aparte ontheffing meer aan te vragen.

Provincie

Afhankelijk van de soort ontheffing zal de provincie zal op haar beurt beoordelen of de locatie waar het luchtvaartuig wil landen geschikt is. Bij een locatiegebonden- en specifieke ontheffing is de locatie van stijgen en landen al bekend. Landingsplekken mogen zich niet bevinden binnen Natura2000-, stilte- en Natuur Netwerk Brabant (NNB)-gebieden. Daarnaast geldt in Brabant een 1000-meterzone om de Natura2000- en Stiltegebieden. Binnen deze zone mag de helikopter landen mits het geluid de waarde van 50dB(A) LAeq, 24 uur niet overschrijdt conform het beleid van de Provincie. Dit zal bij het gebruik maken van een generieke ontheffing niet het geval zijn.

Gemeente

De gemeente beoordeelt de melding in het kader van openbare orde en veiligheid. De burgemeester kan ten allen tijden het landen en opstijgen verbieden wanneer dat niet veilig wordt geacht. Een voorbeeld hiervan uit de praktijk is dat een gemeente zich zorgen maakte dat een helikopter zou landen nabij een gevangenis. Met als gevolg dat er mogelijk vluchtpogingen zouden worden ondernomen. Dit was gelukkig niet het geval, maar in zo’n geval kan de gemeente de landing/opstijging wel verbieden.

Het landen/opstijgen nabij een snelweg, is over het algemeen geen probleem. De piloot vliegt niet aan en af over de snelweg en zal over het algemeen van de andere kant aan en afvliegen zodat het verkeer geen hinder ondervindt. Ook hiervoor geldt; de provincie en de gemeente hebben geen bevoegdheid wat er zich in het luchtruim afspeelt.

Organisatie

Goed om te weten: met een TUG-ontheffing mogen helikopters alleen landen en opstijgen in daglichtperiode. Verder zal de organisator de risico’s van een vliegende helikopter zelf moeten inventariseren en beoordelen. Hoe wordt met vliegvoertuigen omgegaan bij evenementen nabij reguliere vliegvelden? Gaan de aan- en afvliegroute over het publiek? Te laag vliegen kan overigens een scenario opleveren waarbij takken loskomen en op of op de toegangswegen van je evenement terechtkomen. Denk hierover voor!

In het kort

Voor een helikoptervlucht zul je als evenementenorganisator op tijd het contact moeten leggen met een helikoptermaatschappij. Zij zorgen indien nodig voor alle ontheffingen en zullen ook zorgdragen voor het maken van meldingen naar de betrokkene partijen. Afhankelijk van de locatie van landing/opstijging en de openbare orde en veiligheid wordt deze beoordeeld. Dit proces kan per provincie inhoudelijk verschillen of andere benamingen hebben, maar schets toch een beeld van de zaken die een organisator dient te regelen.

Meer nieuws ›