Rik Voogt, Event Safety Institute
De gemeente Amsterdam heeft onderzocht of de zogenaamde vermakelijkhedenretributie een geschikt instrument is om een extra belasting op festivals te heffen. Deze nieuwe festivaltaks is bij de begrotingsbehandelingen vanuit de politiek voorgesteld omdat er ondanks de opruimplicht van evenementenorganisatoren, tijdens en na de activiteiten altijd afval blijft liggen op en rondom het evenemententerrein. Daartegenover staat dat met de toenemende drukte in de stad dringend extra geld nodig is voor schoonmaak. De achterliggende gedachte is dat evenementenorganisaties hieraan zouden kunnen bijdragen om de alsnog optredende schoonmaakkosten van de gemeente te dekken.
Met name commerciële activiteiten met een bezoekersaantal van meer dan 500 personen zouden in Amsterdam in aanmerking komen voor de extra belastingheffing. Wanneer deze belasting wordt verdisconteerd in de entreeprijs, is het zelfs de bezoeker als feitelijke veroorzaker die betaalt. Het voornemen is de heffing in 2020 in te voeren, de verwachting is dat deze jaarlijks ongeveer 450.000 euro oplevert. Logische gedachte, of gaat dit toch een stapje te ver?
Vermakelijkhedenretributie relatief onbekend
Deze relatief onbekende belasting kan worden geheven voor het organiseren van vermakelijkheden waarvoor de gemeente voorzieningen heeft getroffen. De wettelijke basis voor het heffen van vermakelijkheidsretributie wordt gevormd door artikel 229, eerste lid, aanhef en onder c, van de Gemeentewet. Op grond van deze bepaling kunnen gemeenten rechten heffen ter zake van het geven van vermakelijkheden waarbij bij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.
Wie in Amsterdam tegen betaling en bedrijfsmatig, amusement, ontspanning of vermaak aanbiedt in een vaartuig of autobus, moet daarvoor al belasting betalen. Het gaat hierbij om een bedrag van
€ 0,66 per passagier of bezoeker. Dat geldt bijvoorbeeld voor rederijen of het vervoer van gasten met een sloep of een ander vaartuig. Hierbij wordt vaak gebruikt gemaakt van kade- en afmeervoorzieningen in beheer bij de gemeente. Met ingang van 2018 betalen ook aanbieders van stadsrondritten in een autobus deze belasting. Amsterdam kent inderdaad specifieke bus-voorzieningen voor touringcars.
Meer gemeenten kennen de prettaks
De in de volksmond als “prettaks” aangeduide belasting bestaat in een groot aantal gemeenten in Nederland. Het is misschien een verrassing dat een behoorlijk aantal van deze gemeenten de taks ook bij evenementen daadwerkelijk heft. De vermakelijkhedenheffing op de Kerstmarkt in de gemeentegrotten van Valkenburg is direct gelinkt aan het feitelijke gebruik van een gemeentelijke voorziening. Een losse greep uit het aanbod aan verordeningen leert dat de belasting echter vaak pas wordt geheven bij activiteiten die bezoekersaantallen van 10.000 personen en vaker zelfs 20.000 tot 50.000 of meer kennen, waarbij de eerste 10.000 niet meetellen in de definitieve berekening.
Bij dergelijke activiteiten kan er sprake zijn van het treffen van een bijzondere voorziening in de vorm van effectief toezicht van de zijde van het gemeentebestuur. Dit met de navenant bijkomende te dragen apparaatskosten. Deze zien, anders dan de legeskosten als vergoeding voor de werkzaamheden bij de totstandkoming van de vergunning, op de directe kosten die de gemeente maakt in het licht van het monitoren van de beheersbaarheid van de activiteit. In deze context lijkt de pretheffing, in juridische althans, volstrekt legitiem.
Gemeentelijke kosten
Extra belasting heffen op vermakelijkheden kan niet zomaar. Het gaat er hoe dan ook om dat de gemeente eerst aantoont dat er kosten worden gemaakt. Een exacte toerekening van kosten aan een specifieke vermakelijkheid is niet nodig. Wel nodig is een directe koppeling met de wettelijke grondslag voor de heffing. Bij mij rijst de vraag of die in het licht van reinigings- en herstelwerkzaamheden in de openbare ruimte – die overigens van iedereen is – wel aanwezig is. Er is in de toepassing die de gemeente Amsterdam voorstaat immers sprake van indirecte inzet van gemeentelijke voorzieningen. Inzet na afloop van het feitelijke toegestane gebruik van de openbare ruimte, c.q. openbare voorzieningen. In die zin draagt de prettaks bij evenementen eigenlijk een zweem van een voorafgaande bestuurlijke boete voor de bezoeker, ongeacht of een organisator van het evenement de boel een beetje netjes opruimt en achterlaat of niet.
Afspraken over reiniging en afval in de praktijk
Over het algemeen worden specifieke afspraken over het schoon opleveren van een evenemententerrein en de directe omgeving gemaakt in het vergunningverleningsproces.
In Amsterdam gebeurt dit mede op basis van het convenant duurzame evenementen. Duurzame afvalverwerking en schoon opleveren zijn voorwaarden die gelden voor het tijdelijk in gebruik mogen nemen van de openbare ruimte voor een evenement. Wanneer niet voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden, dan staat het de gemeente vrij om handhavend op te treden. Handhaving biedt na een eerste concrete aanzegging, de mogelijkheid om de geconstateerde overtreding op kosten van de overtreder ongedaan te maken; een organisator die ondanks de afspraken toch niet opruimt kan dus een rekening verwachten. Dat wordt voor de gemeente echter lastiger als niet concreet aangetoond kan worden wie de ‘veroorzaker’ van het optredende probleem is.
Ook kan ik me voorstellen dat wanneer die relatie er wel aantoonbaar is, er tussen aanzegging en feitelijk handelen te veel tijd gaat zitten. Schoon, heel en veilig is immers het adagium. Dit al helemaal in steden met een hoge toeristische aantrekkingskracht. Iedere ochtend moet de stad er weer fris en stralend bij liggen.
Over de hele lijn is het zinvol om helder en duidelijk te communiceren met organistoren over hoe met afvalstromen bij evenementen om te gaan. Sturen op samenwerking tussen de organisator en de reinigingsdienst c.q. de afvalinzamelaar gericht op duurzame aanpak van afvalpreventie en afvalmanagement. Het is aan de organisator hier concrete afspraken over te maken met de afvalinzamelaar, cateraars, deelnemers, sponsors en leveranciers.
Het is aan te bevelen om al die afspraken vast te leggen. Dit kan in de vergunning of een daaraan gelieerd afvalplan, of privaatrechtelijk in contracten en/of gebruiksovereenkomsten, eventueel zelfs in combinatie met een borgsom. Het gaat te ver om alle mogelijkheden op uitvoeringsniveau hier op detailniveau te omschrijven. Wie hier meer over wil lezen moet er bijvoorbeeld maar eens het ‘Draaiboek evenementen inclusief veiligheidsplan en milieuzorg’ op naslaan; een uitgebreide op de praktijk gerichte online publicatie van de gemeente Amsterdam.