Syan Schaap, Event Safety Institute
Op zaterdag 18 november kreeg de Landelijke Intocht van Sinterklaas (LIS) in Dokkum te maken met activisme. Al was het niet de eerste keer voor de LIS, toch was deze situatie voor het bevoegd gezag klaarblijkelijk moeilijk beheersbaar te krijgen. Waar een groep anti-Zwarte Piet demonstranten van plan was om van hun recht op demonstratie gebruik te maken, hield een andere groep van pro-Zwarte Piet aanhangers hen op de snelweg tegen, wat uiteindelijk leidde tot een verbod voor de eerste groep om te mogen demonstreren in Dokkum. Naar ik heb begrepen kregen de autoriteiten gedurende de dag steeds meer informatie waaruit bleek dat de “pro-Zwarte Piet groep” behoorlijk georganiseerd bezig was en al meer acties had voorbereid. De burgemeester heeft uiteindelijk besloten tot een verbod omdat hij de veiligheid van alle mensen in Dokkum niet kon garanderen.
“Dokkum” geeft aanleiding om eens stil te staan bij de mogelijke impact van demonstraties op evenementen. Het seminar “Dilemma’s rond demonstreren” op 22 november in Apeldoorn (dat toevallig al was georganiseerd door de Politieacademie!) leverde op dit punt interessante inzichten en invalshoeken op. Demonstraties vallen juridisch onder een ander regime dan evenementen. Waar evenementen conform de gemeentelijke APV verboden zijn zonder vergunning van de burgemeester, is het houden van een demonstratie een grondrecht waaraan slechts op basis van de Wet Openbare Manifestaties beperking mogen worden opgelegd als dat echt nodig is. Waar bij een evenement de organisator dus het bevoegd gezag moet overtuigen dat hij een veilig evenement kan houden en daarvoor primair verantwoordelijk wordt gemaakt, is een demonstratie een recht waarbij het bevoegd gezag zelf overtuigende argumenten moet aandragen om dit waar nodig in te perken. Anita Danka van de OVSE wees ons op een aantal uitgangspunten die hierbij gelden vanuit het Europees recht. Organisatoren van demonstraties mogen niet worden gedwongen om zich aan allerlei veiligheidsvoorschriften te houden, als ware het een evenement. Zelfs een tijdige aanmelding van een demonstratie bij de gemeente mag niet als voorwaarde worden gesteld om een demonstratie doorgang te laten vinden.
Maar wat betekent dit in de praktijk, als een actiegroep uw evenement heeft uitgekozen om gebruik te maken van zijn recht op vrijheid van meningsuiting? Allereerst is het van belang om te weten wat de wettelijke grondslag is en welke eventuele gronden het bevoegd gezag heeft om maatregelen te nemen in de richting van demonstranten. Belangen die conform de WOM kunnen leiden tot inperking van vrijheid van demonstratie zijn de bescherming van de gezondheid, het belang van het verkeer en voorkoming van wanordelijkheden. Dit is een ander – smaller – beoordelingskader dan bij evenementen. Daarbij komt: het bevoegd gezag moet er zelf ook alles aan doen om het mogelijk te maken dan demonstranten van hun recht gebruik kunnen maken en moet hen daarin faciliteren. Dit houdt onder meer in: een gepaste plek geven vanwaar zij hun boodschap daadwerkelijk kunnen overbrengen aan degenen die zij willen bereiken. Het industrieterrein buiten het centrum is dus in principe niet geschikt, tenzij dit echt noodzakelijk is vanwege zwaarwegende belangen.
Krijgt u informatie over een aanstaande demonstratie op uw evenement, dan lijkt hier het dilemma geboren: hoe kan je als bevoegd gezag waarborgen dat de demonstratie plaatsvindt, zonder het evenement geweld aan te doen? Is het recht van de demonstranten dan zo groot dat zelf het evenement hiervoor moet buigen? Dit lijkt een duivels dilemma, maar de vraag is of het zover moet komen dat er echt een keuze moet worden gemaakt tussen het evenement en de demonstratie.
Tijdens het seminar in Apeldoorn werd duidelijk dat verschillende gemeenten en politie-eenheden (zoals Den Haag) vooraf vaak prima afspraken weten te maken met de organisatoren van demonstraties, zodat die zelf zorg dragen voor een ordentelijk verloop. Communiceren, vooraf en tijdens de demonstratie, lijkt daarbij een bepalende factor. Maar er ligt ook een plicht bij de overheid om niet alleen het evenement maar ook de demonstranten te beschermen. Danka wees erop dat de organisator van een demonstratie niet volledig verantwoordelijk te maken is voor het verloop van een demonstratie. Ook de overheid – burgemeester en politie voorop – heeft op dit punt een verantwoordelijkheid.
Gezien de grote belangen die kunnen meespelen bij publieksevenementen – niet alleen veiligheid van publiek, ook uitstraling, imago en economische belangen – is het begrijpelijk dat een burgemeester kan neigen tot het willen voorkomen van demonstraties als potentiële wanordelijkheden. Vooral als demonstranten kwade intenties lijken te hebben. Anderzijds: de burgemeester moet ook zelf aan de bak. Hij moet voorzien welke risico’s het evenement met zich meebrengt. Hij moet beoordelen welke risico’s de demonstratie met zich meebrengt. En dus zijn uiterste best doen om samen met de politie tot een tactiek te komen waarin het feest en het recht op vrije meningsuiting en demonstratie beiden tot uiting kunnen komen.
Dat het in de praktijk niet altijd eenvoudig ligt, bleek uit de ervaringen die Politie Rotterdam presenteerde over aanpak van de de LIS van 2016 in Maassluis. Hier dreigde een explosieve mix van hooligans, Westlandse jongeren, anti-Zwarte Piet activisten en aanhangers van extreemrechts zich te vermengen met een publiek van ouders en kleine kinderen. Ook in Maassluis bleek pas op een laat moment dat het weleens flink mis zou kunnen gaan. Ook hier heeft de politie in nauwe samenwerking met de gemeente moeten improviseren. In Maassluis is uiteindelijk de tactiek toegepast om het centrumgebied af te grendelen en alleen diegenen toe te laten die tot de doelgroep van het evenement behoorden: ouders met kinderen. Een effectieve tactiek, waardoor het evenement kon doorgaan en demonstranten tegelijk niet van hun rechten zijn beroofd.
Ik geef graag de hoop mee dat we leren van al deze casussen. Dat burgemeesters altijd de intentie houden om zowel de veiligheid van evenementen als het demonstratierecht te faciliteren. Dat gezagsdragers en politie hun eigen rol en verantwoordelijkheid hierin onderkennen en zich in nauwe samenwerking voorbereiden op verschillende scenario’s. Wellicht dat het dan minder een kwestie van dilemma’s wordt en meer een kwestie van tactiek.
Heeft u vragen n.a.v. deze blog? Neem contact met ons op door een e-mail te sturen naar info@esi.email.