Met het Besluit BGBOP de kermis op….

Met het Besluit BGBOP de kermis op….

Bij veel kermissen in ons land bestaan er discussies over de plaatsing van attracties, de onderlinge afstand en de afstand tussen attracties en de omliggende bebouwing. Het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (BBGBOP), dat sinds 1 januari 2018 van kracht is, geeft hier nu regels voor. Zullen de kermissen gaan veranderen door de invoering van het Besluit?

De meeste kermissen in ons land worden vaak al jaren en jaren op dezelfde manier georganiseerd in stads- en dorpskernen. Vaak drukbezocht en een begrip in de stad of regio en een enkele zelfs met een landelijke uitstraling. Tot op heden was er vaak alleen discussie over de bereikbaarheid van de stads- of dorpskern. De overslag van brand, vanuit de attractie naar de aanwezige bebouwing, werd niet of nauwelijks als risico gezien. Sterker nog: om de bereikbaarheid te garanderen werden kermisattracties vaak bijna tegen de gevels van de aanwezige bebouwing aan geplaatst.

Met het invoeren van de BBGBOP is een kermisattractie een bouwsel in juridische zin geworden: “een constructie die naar een plaats is gebracht om daar kortstondig te functioneren”. Een kermisattractie of een aantal kermisattracties vormen samen een brandcompartiment, dat een oppervlakte van maximaal 2.000 m2 mag hebben. Om te voorkomen dat een brand van het ene brandcompartiment kan overslaan naar het andere brandcompartiment, dient branddoorslag en brandoverslag voor tenminste 30 minuten voorkomen te worden. De meest eenvoudige manier om dit te realiseren is tussen de brandcompartimenten een afstand van 5 meter te creëren.

Wanneer we het Besluit erop naslaan, blijkt deze veiligheidsafstand niet zomaar te gelden voor de afstand tussen de brandcompartimenten van de kermis en de omgeving, zoals een rij huizen of winkels. Je zou denken dat de winkel of woning die nabij de kermisattractie aanwezig is wordt gezien als het nabijgelegen brandcompartiment en dus ook op 5 meter moet staan. Maar niets is minder waar! Het andere brandcompartiment dient te worden bepaald door het brandcompartiment waaruit de kermisattractie of –attracties bestaat gespiegeld te projecteren op de grens van de plaats. Gesproken wordt over “spiegelsymmetrie”. Het Besluit BGBOP beschermt dus niet de woning of de winkel tegen de uitbreiding van brand. Nee, om te voorkomen dat de reeds aanwezige gevel van invloed is op de situering van de attracties en mogelijk geen brandwerendheid bezit (in de toelichting wordt zelfs gesproken over een eventuele slechte kwaliteit van belendingen) gaan we van een gespiegeld brandcompartiment uit. Vreemd? Nee, dat zeker niet. In het Bouwbesluit doen we dit al jaren.

Volgens het Bouwbesluit 2012 is iedereen zelf verantwoordelijk om te voorkomen dat een brand vanuit zijn bouwwerk (brandcompartiment) kan overslaan naar een brandcompartiment op een ander perceel. Men is hierbij niet afhankelijk van het bouwwerk van de buren maar van een spiegelsymmetrisch vergelijkbaar eigen bouwwerk. Wordt hiermee in werkelijkheid dan ook brandoverslag voorkomen? Het antwoord is nee. Je kunt twee bouwwerken naast elkaar bouwen die voldoen aan de weerstandseisen uit het Bouwbesluit 2012, 30 of 60 minuten, terwijl in werkelijkheid de weerstand 0 minuten is.

Is de toepassing van spiegelsymmetrie dan ook nog van invloed op de noodzakelijke 5 meter vrije ruimte? Ja, dat is het inderdaad. De helft van de noodzakelijke vrije ruimte mag je volgens het Besluit BGBOP ook uit het gespiegelde brandcompartiment halen. Maar wat is dan de werkelijke afstand die je moet aanhouden t.o.v. de reeds aanwezige gevel van de winkel of woning? Als de grens van het plaatsperceel op de gevel van deze winkel of woning is gelegen (de grens van de plaatsperceel is de lijn waarover gespiegeld zal moeten worden, zie afbeelding) dan is dat de helft van die 5 meter, dus 2,5 meter in het echt en 2,5 meter in de spiegel. Ligt de grens van het plaatsperceel niet op maar voor de gevel, bijvoorbeeld op 1 meter van de gevel, dan is de werkelijke afstand dus 1 + 2,5 = 3,5 meter.

Maar terug naar de werkelijkheid. Al jaren worden kermisattracties op diverse plaatsen in ons land op een korte afstand van de aanwezige bebouwing (brandcompartimenten) toegestaan. Werd het risico niet onderkend of werd er, bewust of onbewust, bij de beoordeling van het risico een kansafweging gemaakt? Ik weet het niet. Feit was dat er geen duidelijke regels voor waren.

Die regels zijn er nu dus wel. Wat ik constateer, is dat we met deze nieuwe regels goed moeten kijken naar de situering van kermisattracties ten opzichte van bestaande gevels (gespiegelde brandcompartimenten). En wie denkt dat je met een kansafweging een gelijkwaardige oplossing creëert, komt volgens mij van een koude kermis thuis. Hoewel we in het kader van “regelgericht naar risicogericht” graag anders zouden willen, kan een kansafweging niet als gelijkwaardig in het kader van het BBGBOP worden gezien. Volgens het BBGBOP dient er namelijk een gelijkwaardigheid te worden gerealiseerd die het effect voorkomt. Ik ben van mening dat een kansafweging hier niet aan voldoet tenzij de kans 0 is en het effect zich dus helemaal niet kan voordoen. Wie op het internet zoekt naar “brand in een kermisattractie” zal al gauw zien dat een kans van 0 weinig realistisch is.

Toch ben ik van mening juist hier de oplossing ligt. Waarom zouden we het mogelijke effect niet kunnen accepteren als de kans daarop gering is. Feitelijk doen we dit al veel langer bij bijvoorbeeld opslagen met gevaarlijke stoffen. Door het uitvoeren van een zogenaamde kwantitatieve risicoanalyse (QRA) worden de risicocontouren van een dergelijke opslag bepaald. Hierdoor worden effectafstanden, die vele malen groter dan de 5 meter die nu door het BBGBOP wordt voorgeschreven, als een geaccepteerd risico gezien omdat de kans op dit effect gering is.

Wat mij betreft wordt het Besluit BGBOP dan ook aangepast op dit punt, zodat colleges van burgemeester en wethouders, het bevoegde gezag, de keuzemogelijkheid krijgen om risicogericht naar een kermis of andere overige plaatsen te kijken. Zo kunnen kermissen, mits met voldoende expertise beoordeeld, nog altijd in een stads- of dorpskern georganiseerd worden en niet op een grasland in het buitengebied. Daar zal menig college van B en W erg blij mee zijn.

Marco van der Schaft

Evenementenadviseur sector brandweer

Veiligheidsregio Gelderland Zuid

Meer nieuws ›